Cyclus
Bij EPZ werken we met een onderhoudsstop-cyclus van kort, kort, lang. Kortere en langere stops* wisselen elkaar dus af. Het vervangen van een deel van onze brandstof is vaste prik. Een splijtstofelement gaat zo’n vier jaar mee, daarom wordt jaarlijks ongeveer een kwart van de splijtstofelementen vervangen. Tijdens een kortere stop worden oude en nieuwe brandstofelementen in de reactor gewisseld, reshuffelen noemen we dat. Bij een langere stop worden eerst alle splijtstofelementen uit de reactor gehaald en tijdelijk in het opslagbassin opgeslagen. We spreken dan van een kern-leeg-stop. Omdat alle splijtstofelementen uit de reactor zijn, kunnen we bijvoorbeeld het reactorvat uitgebreid inspecteren. Na alle inspecties worden vervolgens nieuwe en gebruikte elementen met nog voldoende vermogen, in de meest optimale opstelling terug in de reactor geplaatst voor een nieuwe cyclus. De oude elementen die aan het eind van hun levenscyclus zijn gekomen, worden in het opslagbassin geplaatst om verder af te koelen.
*Voor de precieze planning van een stop verwijzen we naar REMIT: http://www.eex-transparency.com

Splijtstof
De brandstof van onze centrale, de splijtstof, gemaakt uit uranium, is verwerkt tot zwarte porseleinachtige tabletten. Deze zitten opgestapeld in dichtgelaste buizen, de zogenaamde splijtstofstaven. Een bundel van 205 splijtstofstaven vormt een splijtstof- of brandstofelement. Dit is de bouwsteen van de kernreactor. In Borssele zitten 121 splijtstofelementen in de reactor. Met deze splijtstof wekken we vier jaar energie op. Door splijtstof te recyclen, kunnen we met één lading splijtstof geen vier jaar, maar uiteindelijk acht jaar energie maken. Meer weten over splijtstof en recycling? Check dan dit artikel.
Meer weten over afval en recycling? Kijk dan dit filmpje.
Koeling
Als de centrale stil ligt voor een stop, kunnen we werken aan installatie-onderdelen waar we anders niet bij kunnen omdat ze in bedrijf zijn. Machines gaan stil, motoren worden uitgezet en leidingen leeg- en schoongemaakt. Wat echter altijd doorgaat is het koelen van de reactor. Die moet gekoeld worden voor de afvoer van restwarmte. De kettingreactie (kernsplitsing) is bij het stil leggen van de centrale dan wel gestopt, maar de kern produceert nog altijd warmte.
De reactorkern moet dus altijd gekoeld worden, zowel als de centrale in bedrijf als wanneer de centrale stil ligt. Hiervoor zijn verschillende en meerdere koelsystemen beschikbaar die los van elkaar kunnen functioneren. Deze koelsystemen gaan nooit gelijktijdig uit bedrijf. Welke systemen op welk moment beschikbaar moeten zijn, ligt vast in de technische specificaties van de centrale.