Meldingen 2024
Tijdens de nachtdienst op maandag 21 oktober 2024 was de eerste aanvalsploeg tijdelijk niet precies samengesteld volgens de eisen uit de technische specificaties. De kerncentrale heeft een eerste aanvalsploeg met een vastgestelde omvang en samenstelling om bij brand in de kerncentrale snel in te kunnen grijpen.
Tijdens de nachtdienst moest een medewerker van de afdeling Beveiliging de centrale verlaten vanwege persoonlijke omstandigheden. De medewerker had een rol in de eerste aanvalsploeg. Een aanwezige en daarvoor gekwalificeerde medewerker van de afdeling Bedrijfsvoering heeft direct deze rol overgenomen. De eerste aanvalsploeg voldeed daardoor aan de vastgestelde omvang, maar was anders samengesteld dan voorgeschreven. Na 35 minuten was er een gekwalificeerde vervanger van de afdeling Beveiliging en voldeed de eerste aanvalsploeg weer aan de vastgestelde samenstelling.
De gebeurtenis had geen gevolgen voor de nucleaire veiligheid en is gemeld bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) met als voorgestelde klassering INES = 0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties).
Tijdens de teambriefing aan het begin van de ochtenddienst van zaterdag 27 juli bleek dat de eerste aanvalsploeg niet compleet was.
De kerncentrale heeft een eerste aanvalsploeg met een vastgestelde omvang en samenstelling om bij brand in de kerncentrale snel in te kunnen grijpen. Op 27 juli bleek dat van de ingeplande werktuigkundigen en storingstechnicus er maar één gekwalificeerd was als manschap.
Nadat dit was vastgesteld, is meteen een medewerker van de afdeling Beveiliging onderdeel gemaakt van de aanvalsploeg. Deze medewerker was wel gekwalificeerd en daarmee was de eerste aanvalsploeg compleet. Met deze afwijking werd niet voldaan aan de gestelde eis dat de eerste aanvalsploeg moet bestaan uit twee werktuigkundigen en/of een storingstechnicus.
De gebeurtenis had geen gevolgen voor de nucleaire veiligheid en is gemeld bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) met als voorgestelde klassering INES=0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties).
Op 12 juli 2024 wordt op de regelzaal de driemaandelijkse bewegingstest van verschillende afsluiters uitgevoerd van het nakoelsysteem van de kerncentrale. Alle afsluiters gaan open, maar bij het sluiten gaat één afsluiter in storing en blijft openstaan.
De afsluiter in storing heeft twee functies: de eerste is nakoelbedrijf en de tweede containment isolatie. Bij de interpretatie focust de wachtploeg op de functie voor nakoelbedrijf. De afsluiter was binnen zes uur gerepareerd.
Als de storing in een ander overleg nogmaals wordt besproken, wordt opgemerkt dat de beschikbare tijd voor acties voor de containment functie korter is en met twee uur overschreden is. Met deze afwijking werd niet voldaan aan de gestelde eisen.
EPZ onderzoekt de achterliggende oorzaak van de onjuiste interpretatie van de procedure.
De gebeurtenis had geen gevolgen voor de nucleaire veiligheid en is gemeld bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) met als voorgestelde klassering INES=0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties).
Tijdens de splijtstofwissel van 2024 werd de drukhouder (het ‘expansievat’) van de kerncentrale gerepareerd. Daarbij was twee keer sprake van een afwijking met elk een verschillende oorzaak: bij de uitbedrijfname werd de juiste volgorde van de procedure niet aangehouden. Bij de inbedrijfname klopte de volgorde van de procedure niet. Daardoor was het automatische reactorbeveiligingssysteem tweemaal meerdere uren niet beschikbaar. De handmatige bediening was wél beschikbaar waardoor ook kernkoeling voor noodsituaties nog steeds beschikbaar was.
Er is een melding gedaan bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming met een voorlopige klassering INES = 0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties).
Bij een luchtdichtheidstest in april 2022 werd een luchtlek ontdekt aan de materiaalsluis die wordt gebruikt om materialen het reactorgebouw in te kunnen brengen. Als onderdeel van de voorgeschreven acties werd het lek verholpen en werd de luchtdichtheidstest met succes opnieuw uitgevoerd.
Daarna werd vastgesteld dat het luchtlek ook bij de luchtdichtheidstest die was uitgevoerd in februari 2022 al groter was dan toegestaan. Door een onduidelijkheid in de procedure werd de luchtdichtheidstest toen onterecht goedgekeurd en werden de voorgeschreven maatregelen niet uitgevoerd. Het luchtlek bleef bestaan tot de luchtdichtheidstest in april 2022. Om herhaling te voorkomen is de procedure aangepast.
Omdat de luchtstroom van buiten naar binnen was, is het uitgesloten dat eventuele radioactiviteit buiten de bol kon terechtkomen. De oorzaak bleek een niet correct gesloten sluitjuk op de binnendeur.
De melding is in 2024 gedaan naar aanleiding van een analyse door de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming met een voorlopige klassering INES = 0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties).
Eén van de splijtstofelementen in de reactor van de kerncentrale bevatte een lekke splijtstofstaaf. Dat was al bekend sinds mei 2023 door analyses van het koelmiddel. Splijtstoflekkage komt vaker voor. Het is lastig voor de bedrijfsvoering met de kerncentrale maar niet gevaarlijk.
Het splijtstofelement met de lekke staaf is uit de reactor gehaald. Omdat het na vier jaar productie is uitgewerkt, wordt het voor recycling afgevoerd naar de fabriek in Frankrijk.
EPZ heeft melding gedaan bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming met een voorlopige klassering INES = 0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties).
Achtergrond
Hoewel bekend was dat één van de splijtstofelementen een lekke splijtstofstaaf bevatte, was het niet duidelijk om welk element het ging en hoe groot de schade was. Bij het inspecteren van de splijtstofelementen tijdens de splijtstofwissel bleek het te gaan om een element dat dit jaar is ‘uitgewerkt’. De schade aan de splijtstofstaaf bleek groter dan verwacht wat reden is om deze te melden bij de ANVS. Het splijtstofelement is volgens plan uit de reactor gehaald en zal worden afgevoerd naar Frankrijk voor recycling.
Een deel van de losgeraakte onderdelen is teruggevonden. Enkele kleine deeltjes van de mantel van de splijtstofbuis zijn mogelijk verpulverd. Eventuele schade aan de splijtstof door ‘zwevende’ fragmentjes is uitgesloten door filters die in de splijtstofelementen zijn aangebracht.
De reactor in Borssele bevat 121 splijtstofelementen. Ieder element bevat een bundel van 205 splijtstofstaven. Dat zijn buizen waarin de splijtstoftabletten zitten opgesloten. Bij één van deze elementen is één van deze buizen lekgeraakt. Ieder jaar wordt ongeveer een kwart van de elementen vervangen. Daar zit het lekke element dus bij.
Na het ontladen van de kern tijdens de splijtstofwissel van 2024 zijn op 17 april tijdens inspecties twee M7 boutjes gevonden op de bodem van het reactorvat. Na onderzoek bleken dit voetboutjes te zijn, afkomstig uit twee afzonderlijke splijtstofelementen. Hoewel het losraken van deze twee boutjes onwenselijk is, had dit geen invloed op de nucleaire veiligheid.
Er is een melding gedaan bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming met een voorlopige klassering INES = 0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties).
Achtergrond
De constructie van dit type splijtstofelement telt 20 van dergelijke voetboutjes. Er mogen er per splijtstofelement 6 van losraken zonder dat dit consequenties heeft voor de ontwerpuitgangspunten. Pas als 10 boutjes losraken wordt er een kritische grens overschreden. Het losraken van één boutje is dus weliswaar onwenselijk, maar heeft geen effect op het veilig gebruik van het splijtstofelement.
Omdat een element (aantoonbaar) zonder problemen enkele boutjes kan missen, zijn ze met de ontbrekende boutjes weer teruggezet de in de reactor. Ze worden de komende jaren wel extra scherp in de gaten gehouden. Over enkele jaren zijn deze elementen ‘uitgewerkt’ en worden ze vervangen door nieuwe.
De oorzaak van het losraken wordt door de fabrikant onderzocht. De resultaten worden internationaal gedeeld omdat er meer kerncentrales dit type splijtstofelement gebruiken. Alle overige splijtstofelementen uit dezelfde productiebadge in reactor van Borssele zijn gecontroleerd en in orde bevonden.
Op 27 september 2023 bleek de materiaalsluis tijdens een periodieke lekdichtheidstest te veel lucht te lekken. Het luchtlek was zo groot dat deze binnen een uur diende te worden hersteld. Dit bleek niet mogelijk waardoor volgens de procedures de reactor binnen zes uur diende te worden afgeschakeld wat meldplichtig is. Tijdens het in gang zetten van acties voor uitbedrijfname van de reactor werd na vier uur de lekkage hersteld en de uitbedrijfname gestopt voordat het reactorvermogen was verlaagd.
Hoewel de lekkage groter was dan toegestaan, bleef de onderdruk in de bol in stand. Ook bleek dat de binnendeur intact was waarna de luchtdichtheid van de bol weer hersteld werd.
De directe oorzaak van de luchtlekkage bleek een sterk vervuilde afdichting van de buitendeur van de materiaalsluis. De vervuiling werd weggehaald waarna de luchtdichtheid van de buitendeur was hersteld. De vervuiling was afkomstig van straalwerkzaamheden aan de portaalkraan aan de buitenzijde van de bol. De aangebrachte afscherming bleek achteraf onvoldoende, waardoor er stof en grit in de ruimte nabij de buitendeur van de materiaalsluis terechtkwam. Bij het openen van de buitendeur voor werkzaamheden is de afdichting vervuild geraakt.
De gebeurtenis had geen gevolgen voor de nucleaire veiligheid en is gemeld bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) met als voorgestelde klassering INES=0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties).
Op maandag 9 april is het reactorbeveiligingssysteem van de kerncentrale onbedoeld geactiveerd. Daardoor viel een koelsysteem van de reactorkern korte tijd uit. Dat gebeurde tijdens het openen van het reactorvat voor het wisselen van de splijtstof, onderdeel van de onderhoudsstop op dat moment.
De kerncentrale heeft tal van veiligheidssystemen die tijdens de onderhoudsstop niet allemaal nodig zijn. Zo zijn ook van het reactorbeveiligingssysteem delen gedeactiveerd tijdens het openen van het reactorvat. Aan deze gedeactiveerde delen van het reactorbeveiligingssysteem werd een beproeving gedaan waardoor het reactorbeveiligingssysteem onbedoeld toch werd geactiveerd. Hierdoor werd het koelsysteem van de reactorkern uitgeschakeld. Dit werd door de wachtploeg direct herkend en snel hersteld.
De beproeving van de gedeactiveerde delen van het reactorbeveiligingssysteem had niet tegelijkertijd met het openen van het reactorvat mogen plaatsvinden. Voor de voortgang van het onderhoudswerk een vervelende gebeurtenis, maar zonder gevolgen voor de veiligheid.
De gebeurtenis had geen gevolgen voor de nucleaire veiligheid en is gemeld bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) met als voorgestelde klassering INES=0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties).
Op vrijdag 5 april bleek tijdens de uitbedrijfname van de kerncentrale vanwege de jaarlijkse onderhoudsstop dat een afsluiter van het reactorgebouw teveel lucht doorliet. Na het signaleren van de luchtlekkage en het handmatig sluiten van het luchtlek, is de ventilatie van het gebouw vervolgens niet goed aangepast op de nieuwe situatie. Daardoor ontstond enige tijd (lichte) overdruk in de bol. Dat is een afwijking van de bedrijfsvoorwaarden. De procedures die aangeven hoe op deze situatie moet worden gereageerd, zijn niet tijdig uitgevoerd. Dit is een afwijking van de voorgeschreven procedures en daardoor meldplichtig. EPZ doet intern onderzoek naar waarom de procedures niet juist zijn opgevolgd.
Toelichting: in de bol van de kerncentrale heerst normaal onderdruk ten opzichte van de luchtdruk buiten. Dit voorkomt dat lucht vanuit de bol naar de omgeving zou kunnen stromen. Hiermee wordt voorkomen dat eventuele radioactiviteit op de luchtstroom buiten de centrale kan komen.
De gebeurtenis had geen gevolgen voor de nucleaire veiligheid en is gemeld bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) met als voorgestelde klassering INES=0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties).
Op 25 januari 2024 is bij een controle door de afdeling Stralingsbescherming geconstateerd dat twee kleine onderdelen die voor onderzoek buiten het gecontroleerd gebied van de kerncentrale waren gebracht, licht radioactief besmet waren boven de wettelijke vrijgave grens.
De twee besmette onderdelen zijn teruggebracht naar het gecontroleerd gebied van de kerncentrale. Ze zijn daar opgeborgen. De gebeurtenis had geen significante gevolgen voor de veiligheid.
Om herhaling te voorkomen wordt door EPZ in de interne communicatie hier extra aandacht gegeven. Het accent ligt daarbij op het verbod om op eigen initiatief onderdelen of gereedschappen mee te nemen buiten het gecontroleerd gebied. Alle spullen, hoe klein en onbeduidend ook, moeten altijd worden gecontroleerd op radioactiviteit en straling. Pas als de afdeling Stralingsbescherming heeft vastgesteld dat materialen schoon zijn, worden deze vrijgegeven en mogen ze worden meegenomen buiten gecontroleerd gebied.
De gebeurtenis had geen gevolgen voor de nucleaire veiligheid en is gemeld bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) met als voorgestelde klassering INES=0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties).